De prijs van een januari-future voor een vat ruwe olie van West Texas Intermediate sloot 0,1 procent hoger op 72,19 dollar op de New York Mercantile Exchange.
Na de val van het regime van president Bashar al-Assad in Syrië afgelopen weekend, hebben handelaren maandag een kleine risicopremie ingeprijsd voor olie, maar op dinsdag was er weinig beweging.
Hoewel Syrië zelf geen grote olieproducent is, heeft de val van het Assad-regime en het ontstane machtsvacuüm wel zorgen veroorzaakt over de implicaties voor de bondgenoten van Assad, Iran en Rusland, die wel grote olieproducenten zijn.
“Dit brengt zeker herinneringen terug aan de val van de leiders van Irak in 2003 en Libië in 2011, waarbij beide landen in chaos belandden”, zei Carsten Fritsch van Commerzbank. “In tegenstelling tot die twee landen is Syrië geen grote olieproducent, maar vanwege zijn ligging in het Midden-Oosten is het land van groot belang voor de stabiliteit in de regio.”
Dinsdag merkte Samer Hasn van XS.com op dat het Midden-Oosten mogelijk minder invloed heeft op de olieprijs, waardoor de risicopremie die gepaard gaat met verstoringen van de olietoevoer uit de regio zou kunnen afnemen.
Hasn voorspelde dat Iran na de val van het Assad-regime mogelijk nog verder verzwakt zal raken en daardoor minder in staat zal zijn om Israël en economische belangen in de regio te bedreigen. “Syrië was voor Iran de belangrijkste corridor om Amerikaanse sancties te omzeilen en een bestemming voor de export van Iraanse olie.”
Enige steun voor de olieprijs kwam van het Chinese politburo, dat aankondigde meer stimulering van de economie door te voeren.