De prijs voor een vat ruwe olie is vrijdag hoger gesloten, maar sloot voor de derde opeenvolgende week op weekbasis lager te midden van stijgende Amerikaanse voorraden en zorgen over een dreigende handelsoorlog.
De grootste vrees daarbij is dat de hogere tarieven op China de groei en vraag naar ruwe olie uit het land zal drukken.
WTI, de Amerikaanse benchmark, daalde donderdag richting de 70 dollar per vat, en trok zich vanmorgen op aan een “sterke dip-koop-interesse”, zei analist Ipek Ozkardeskaya van Swissquote. Zowel WTI als Brent sloten donderdag op hun laagste niveau’s sinds 27 december.
Zorgen over Trumps handelsbeleid na de invoering van een extra handelstarief van 10 procent op China deze week en de onzekerheid over andere tariefverhogingen dreigen “de wereldwijde groeivooruitzichten te ondermijnen en zullen waarschijnlijk een sterke[re] daling van de ruwe olieprijzen veroorzaken”, zei de analist, eraan toevoegend dat een daling richting het bereik van 65 tot 68 dollar per vat nu aannemelijk lijkt.
Olie stond eerder in de week onder druk nadat het Amerikaanse energieagentschap EIA meldde dat de voorraden ruwe olie voor de tweede week op rij zijn gestegen. In de week eindigend op 31 januari stegen de voorraden ruwe olie met 8,7 miljoen vaten naar 423,8 miljoen vaten.
De maart-future voor een vat ruwe olie sloot vrijdag op de New York Mercantile Exchange 0,39 dollar, ofwel 0,6 procent, hoger op 71,00 dollar. Op weekbasis sloot de olieprijs echter 2,1 procent lager.