De olieprijzen zijn aan het einde van de week gestegen. Bij een afsluiting van 71,29 dollar werd een vat West Texas Intermediate op vrijdag 1,8 procent duurder. De prijs van een vat Brent steeg met 1,5 procent naar 74,50 dollar.
Op weekbasis zijn de olieprijzen flink gestegen, mede door het vooruitzicht van nieuwe economische sancties tegen Rusland. Opmerkingen van aankomende ambtenaren van de Trump-regering, die waarschuwden voor een harde aanpak van Iran, hebben ook bijgedragen aan de stijgende prijzen.
Als de VS zich richt op specifieke Russische olie-exporten, kan dat “een van ’s werelds belangrijkste olieleveranciers aanzienlijk verstoren” en de prijzen opdrijven, zei vermogensbeheerder Stephen Innes van SPI Asset Management. Voorlopig wordt verwacht dat deze sancties “een bodem zullen vormen voor de olieprijzen om vanaf daar te stijgen.”
Samer Hasn, senior marktanalist bij XS.com, wees ook op het optimisme over de effectiviteit van steunpakketten en Chinese overheidsmaatregelen om de economische groei te stimuleren, “wat een positieve invloed zal hebben op de vooruitzichten voor de vraag naar olie.”
Ondertussen bleven de OPEC en het Internationaal Energieagentschap afgelopen week vrij terughoudend over de balans tussen vraag en aanbod in 2025.
“De oliemarkten balanceren momenteel op de rand van een overschot aan aanbod en worden geconfronteerd met de dubbele uitdaging van de snelle overgang van China naar elektrische voertuigen en een zwakke vraag buiten de VS”, aldus Innes.
Er is enige steun voor de olieprijzen door de stimuleringsmaatregelen van China, maar “zelfs nu China de rente verlaagt om uit de deflatiespiraal te komen, is er een duidelijk gevoel dat zonder aanzienlijke directe geldinjecties naar de burgers, deze inspanningen zouden kunnen stagneren,” volgens de expert van SPI Asset Management.